Naargelang de onderwijsbehoeften en zorgnoden van de leerling wordt gekeken in welke klasvorm/afdeling deze leerling het best begeleid kan worden.
Drie afdelingen binnen de doelgroep autisme (ASS)
De basisschool omvat voor deze doelgroep een kleuterafdeling (ASS of STOS) en een afdeling lagere school (ASS, ASS+ of STOS).
Hier kan je onze visie op kwaliteitsvol onderwijs voor de doelgroep autisme lezen.
ASS klassen:
Voor wie?
Kinderen met ASS die nood hebben aan een sterk gestructureerde en voorspelbare leer- en leefomgeving.
Instructie?
Bij heel wat kinderen leidt de ernst van de ASS-problematiek tot een vertraagd schools leren (vb. problemen met begrijpend lezen – problemen met vraagstukken/taaldenken,…..). Er kan bovendien ook sprake zijn van comorbide problemen (vb. dyslexie, taalstoornis, …..) die het leerproces vertragen. Mogelijk behalen deze leerlingen dan ook geen getuigschrift. Indien mogelijk wordt het programma van het gewoon onderwijs aangeboden. Deze leerlingen behalen bij het beëindigen van de basisschool een getuigschrift. Naast de klassieke schoolse vakken (wiskunde, taal, WO,……) besteden wij ook expliciet tijd aan vrije tijdsvaardigheden, werkvaardigheden en werkgedrag, communicatietraining, sociaal-emotionele vaardigheden, psycho-educatie,……
Oriëntatie?
Indien kinderen in de loop van hun ontwikkeling minder nood hebben aan een sterk doorgedreven auti-werking is de overstap naar een taalklas (STOS) mogelijk, dit soms als tussenstap voor een stap naar het gewoon onderwijs. Kinderen die tot het verlaten van de lagere school nood hebben aan autiwerking, blijven voor het secundair onderwijs over het algemeen ook in het buitengewoon onderwijs met auti-ondersteuning (OV4 – OV3 – OV1 de pASSer).
ASS+ klas
Voor wie?
Voor kinderen met ASS die, al dan niet omwille van comorbide problemen, nood hebben aan het verminderen van de werkdruk en het inoefenen van meer functionele, pragmatische vaardigheden.
Instructie?
Hier volgt men geen vastgelegd schools programma. Men vertrekt vanuit een thema dat aansluit bij de leefwereld van de kinderen, gekoppeld aan dit thema worden in de voormiddag functionele schoolse vaardigheden aangebracht die aansluiten bij de verschillende leerdomeinen (wiskunde, lezen, spelling, WO,..). In de namiddag volgt verdere inoefening van deze vaardigheden in de vorm van activiteiten (vb. koken). De nadruk ligt op functionaliteit en zelfredzaamheid.
Oriëntatie?
Deze leerlingen stromen door naar het buitengewoon secundair onderwijs (OV3 - OV2 - OV1 de pASSer).
STOS klassen
Voor wie?
Sommige kinderen met ASS redden het niet in een grote klasgroep zoals in het gewoon onderwijs (vb te snel leertempo, nood aan meer voorspelbaarheid, problemen in sociaal functioneren,….). Indien een sterk doorgedreven gestructureerde en voorspelbare leef- en leeromgeving zoals in een autiklas niet nodig is, kan een beperkt aantal leerlingen met ASS geïntegreerd worden in een taalklas (STOS)
Instructie?
In deze klassen wordt klassikaal onderwijs aangeboden. Hier wordt extra structuur en voorspelbaarheid geboden, maar op groepsniveau. Er wordt gewerkt met een specifieke taaldidactiek, gestuurd door de taalprincipes ontwikkeld door prof. S. Goorhuis-Brouwer (modelleren, expanderen, corrigerend teruggeven). Ervaringsgericht leren en taalactiekoppeling zijn belangrijke uitgangspunten. Alle kinderen krijgen (intensieve) individuele en/of klasondersteunende logopedie. Bij heel wat kinderen leidt de ernst van de ASS-problematiek tot een vertraagd schools leren (vb. problemen met begrijpend lezen – problemen met vraagstukken/taaldenken,…..). Er kan bovendien ook sprake zijn van comorbide problemen (vb. dyslexie, taalstoornis, …..) die het leerproces vertragen.
Oriëntatie?
Indien mogelijk worden leerlingen in de loop van de lagere school gereïntegreerd in het gewoon lager onderwijs, al dan niet met ondersteuning. Leerlingen die de hele lagere school in een taalklas blijven, halen meestal een leerstofniveau van het vierde leerjaar en behalen dus geen getuigschrift basisonderwijs. Over het algemeen starten zij na de lagere school in het gewoon beroepsonderwijs, sommige leerlingen gaan naar het buitengewoon secundair onderwijs.