Wat is ontwikkelingsdysfasie?

Naast de term ontwikkelingsdysfasie wordt ook de term spraak-taalontwikkelingsstoornis (STOS) gehanteerd.
Ontwikkelingsdysfasie is een stoornis in de spraak-taalontwikkeling. Het is geen verlate en/of vertraagde spraak-/taalontwikkeling.

Ontwikkelingsdysfasie (OD) is een aangeboren taalontwikkelingsstoornis, d.w.z. aanwezig vanaf het begin van de taalontwikkeling. Er is sprake van een beperkt aangeboren taalvermogen, zonder aanwijsbare neurologische afwijkingen. Bij een meertalige opvoeding manifesteren de taalproblemen zich in de verschillende talen. De prevalentie van ontwikkelingsdysfasie wordt geschat op 3 %.

OD is een primaire taalontwikkelingsstoornis, dit wil zeggen dat de taalproblemen niet te verklaren zijn vanuit zintuigelijke, intellectuele of emotionele problemen. Secundaire taalontwikkelingsproblemen kaderen binnen een bredere problematiek, vb autisme of doofheid.

OD is een hardnekkige problematiek. De therapieresistentie is een belangrijk criterium in het stellen van de diagnose. Daarnaast valt bij OD het grillig, gestoorde taalprofiel op. OD komt geregeld voor met andere stoornissen (co-morbiditeit) zoals leerproblemen/leerstoornissen, ADHD, ASS, DCD,

Kenmerken:
(Bron Prof. Dr. I. Zink, symposium Ontwikkelingsdysfasie, KU Leuven, 07.02.13)

De ernst en verscheidenheid waarin de kenmerken zich uiten zorgen ervoor dat OD zich manifesteert als een spectrumstoornis.

Vertraagde verwerking van informatie en zwak taalbegrip
Problemen met:

  • Auditieve aandacht – verwerking – geheugen
  • Samengestelde instructies
  • Abstracte taal (bv tijdsbegrippen)
  • Figuurlijke taal
  • Begrippen met meer dan 1 betekenis
  • Hoog tempo (verwerkingstijd nodig)
  • Zaken buiten hier en nu
  • Onthouden en reproduceren van verbale informatie (liedjes, versjes, definities)
  • Problemen om zich uit te drukken (=productie)
  • Ernstige fonologische problemen
  • Verbale ontwikkelingsdyspraxie
  • Beperkte woordenschat
  • Ernstige woordvindingsproblemen
  • Parafasieën
    • klank: fonemisch (bv wafel ipv tafel)
    • woord: semantisch (bv appel ipv peer)
    • neologismen (bv mizo tegen bord)
  • Verhaspelingen
  • Dysgrammatisme/ agrammatisme
  • Onvloeiend spreekgedrag (dit is niet stotteren)
  • Zwakke verhaalopbouw, onsamenhangend vertellen

Beperkt vermogen om wederzijds te communiceren
Problemen:

  • Beurtnemen – beurt wisselen (ook o.w.v. beperkt/ verkeerd begrip van vraagwoorden)
  • Te weinig rekening houden met voorkennis
  • Problemen met vragen stellen en beantwoorden
  • Problemen met overbrengen van informatie
  • Communicatieve intentieproblemen (vragen, meedelen, gevoelens uiten)
  • Onvloeiend spreekgedrag
  • Hypospontaneïteit (niet meer antwoorden dan strikt noodzakelijk)

Zwak metalinguïstisch bewustzijn (sluit aan bij taaldenken, taalredeneren)
Moeite met:

  • Fonologisch en fonemisch bewustzijn
  • Aanleren regels (OTT, OVT)
  • Zinsontleding
  • Woordontleding
  • Conceptuele ontwikkeling (leren van begrippen)
  • Aanleren vreemde talen

Gebrek aan innerlijke taal

  • Gevolgen: problemen met planning, organisatie, opeenvolging van gebeurtenissen
  • Gebrek aan innerlijke taal zorgt ook voor slordigheid en vergeetachtigheid